De achterkant van het centrum. Als onzichtbare entree naar het stadhuis, als bevoorradingsroute, als ik-heb-hier-niets-te-zoeken-plek. Nu een stenen steeg waar een armzalige plant in een stenen pot het groen vertegenwoordigt. Ondernemers kijken naar passanten en treuren. Winkels verdwenen en maakten plaats voor kleine woningen. Dan verdient ook de Dukaatpassage meer aandacht en inzet. Dat kan en moet beter kunnen.

Misschien is het woord lelijk hier niet helemaal op z’n plaats maar de schoonheidsprijs kan er niet aan worden toegekend: de Saerdam, aan de Oostvaardersdijk. Als er een kans was geweest om de stad allure te geven was het hier wel geweest. Maar er is gekozen voor voortzetting van de dijk met andere middelen, bij wijze van spreken, een extra etage dijk. Het uitzicht op het steeds mooiere Markermeer verdient natuurlijk de hoofdprijs maar dat wel vanuit een architectonische en stedenbouwkundige misser. De rug van Van Eesteren. Overigens, als je er woont heb je hier geen last van en zal het je woonplezier niet bederven. Het is tenslotte maar een mening.